Return-Path: X-Original-To: apmail-flex-commits-archive@www.apache.org Delivered-To: apmail-flex-commits-archive@www.apache.org Received: from mail.apache.org (hermes.apache.org [140.211.11.3]) by minotaur.apache.org (Postfix) with SMTP id 57AE61009E for ; Thu, 29 May 2014 16:02:53 +0000 (UTC) Received: (qmail 37859 invoked by uid 500); 29 May 2014 16:02:44 -0000 Delivered-To: apmail-flex-commits-archive@flex.apache.org Received: (qmail 37666 invoked by uid 500); 29 May 2014 16:02:43 -0000 Mailing-List: contact commits-help@flex.apache.org; run by ezmlm Precedence: bulk List-Help: List-Unsubscribe: List-Post: List-Id: Reply-To: dev@flex.apache.org Delivered-To: mailing list commits@flex.apache.org Received: (qmail 37460 invoked by uid 99); 29 May 2014 16:02:43 -0000 Received: from tyr.zones.apache.org (HELO tyr.zones.apache.org) (140.211.11.114) by apache.org (qpsmtpd/0.29) with ESMTP; Thu, 29 May 2014 16:02:43 +0000 Received: by tyr.zones.apache.org (Postfix, from userid 65534) id 752E94FAA9; Thu, 29 May 2014 16:02:43 +0000 (UTC) Content-Type: text/plain; charset="us-ascii" MIME-Version: 1.0 Content-Transfer-Encoding: 8bit From: fthomas@apache.org To: commits@flex.apache.org Date: Thu, 29 May 2014 16:02:45 -0000 Message-Id: <131a41aa3b0a4abfa6196bba330b1c81@git.apache.org> In-Reply-To: <110f52e9156b41508d99c944d2473acc@git.apache.org> References: <110f52e9156b41508d99c944d2473acc@git.apache.org> X-Mailer: ASF-Git Admin Mailer Subject: [03/56] [abbrv] FLEX-34291: Merge the donated FDB with the current one. http://git-wip-us.apache.org/repos/asf/flex-sdk/blob/379cb609/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt ---------------------------------------------------------------------- diff --git a/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt b/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt index 13f3bee..5949e02 100644 --- a/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt +++ b/modules/debugger/src/java/flex/tools/debugger/cli/fdbhelp_nl.txt @@ -1,4 +1,4 @@ - + Licensed to the Apache Software Foundation (ASF) under one or more contributor license agreements. See the NOTICE file distributed with this work for additional information regarding copyright ownership. @@ -14,1741 +14,873 @@ See the License for the specific language governing permissions and limitations under the License. -This file contains the text displayed by the 'help' command in fdb. - - - -It is divided into "topics". For example, when an fdb user types - -'help break', the [break] topic below is displayed. - - - -The first and last lines of each topic should be blank. - -They don't get displayed in fdb; they are here only - -to make this file more easily readable. - - - -Help text should be formatted to not wrap - -when displayed on an 80-character-wide console. - -The following line is 80 characters wide. - - - --------------------------------------------------------------------------------- - - - -[?] - - - -Niet-gedefinieerde opdracht. Voer alleen "help" in voor een lijst met alle - -fdb-opdrachten. - - - -[break] - - - -Een onderbrekingspunt instellen op de opgegeven regel of functie. - -Voorbeelden: - - break 87 - - Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 87 van het huidige - - bestand. - - break myapp.mxml:56 - - Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 56 van myapp.mxml. - - break #3:29 - - Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 29 van bestand #3. - - break doThis - - Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThis() in - - het huidige bestand. - - break myapp.mxml:doThat - - Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThat() in - - het bestand myapp.mxml. - - break #3:doOther - - Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doOther() in - - bestand #3. - - break - - Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op het uitvoeradres in het - - stackframe. Dit is handig voor onderbreking bij terugkeer naar een - - stackframe. - -Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en - -nummers. - -Voer "info functions" in voor functienamen. - -Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig - -zijn. - -Bij opgave van een regelnummer wordt aan het begin van de code voor die regel - -onderbroken. - -Bij opgave van een functie wordt aan het begin van de code voor die functie - -onderbroken. - -Zie "commands" en "condition" voor meer controle over onderbrekingspunten. - - - -[bt] - - - -Backtrace van de stack. - - - -[catch] - - - -Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt. Dit heeft alleen gevolgen voor - -afgevangen uitzonderingen, ofwel uitzonderingen die door een "catch"-blok - -worden verwerkt. Niet-afgevangen uitzonderingen stoppen altijd in het - -foutopsporingsprogramma. - - - -Gebruik de opdracht "verwijderen" om een catch-punt te verwijderen. - - - -Voorbeelden: - - catch * - - Hiermee wordt gestopt bij elke uitzondering die er optreedt. - - catch ReferenceError - - Hiermee wordt gestopt wanneer er een ReferenceError optreedt, al dan niet - - afgevangen. - - - -[cf] - - - -De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven of het huidige bestand - -veranderen. - -Voorbeelden: - - cf - - Hiermee wordt de naam en het nummer van het huidige bestand weergegeven. - - cf myapp.mxml - - Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in myapp.mxml. - - cf #29 - - Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in bestand #29. - -Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en - -nummers. - -Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn. - -Wanneer u een bestand met "list" vermeldt, wordt dat bestand eveneens het - -huidige bestand. - - - -[clear] - - - -Een onderbrekingspunt op een opgegeven regel of bij een functie wissen. - -Voorbeelden: - - clear 87 - - Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 87 uit het huidige bestand - - gewist. - - clear myapp.mxml:56 - - Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 56 van myapp.mxml gewist. - - clear #3:29 - - Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 29 van bestand #3 gewist. - - clear doThis - - Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThis() uit het huidige - - bestand gewist. - - clear myapp.mxml:doThat - - Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThat() uit het bestand - - myapp.mxml gewist. - - clear #3:doOther - - Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doOther() uit bestand #3 - - gewist. - - clear - - Hiermee wordt het onderbrekingspunt op de huidige regel uit het huidige - - bestand gewist. - -Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en - -nummers. - -Voer "info functions" in voor functienamen. - -Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig - -zijn. - -Als het regelnummer is opgegeven, worden alle onderbrekingspunten van die regel - -verwijderd. - -Als een functie is opgegeven, worden onderbrekingspunten aan het begin van de - -functie verwijderd. - - - -[continue] - - - -De uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het onderbrekingspunt. - -Deze opdracht heeft geen argumenten. - - - -[condition] - - - - - -Nummer N van onderbrekingspunt opgeven om alleen te onderbreken als COND - -waar is. - -Deze opdracht kan gebruikt worden als 'condition N COND' waarbij N een geheel - -getal is en COND een expressie die telkens wanneer onderbrekingspunt N bereikt - -wordt, moet worden geëvalueerd. - - - -[commands] - - - -Opdrachten instellen die moeten worden uitgevoerd wanneer een onderbrekingspunt - -wordt bereikt. - -Geef het nummer van het onderbrekingspunt als argument op na "commands". - -Zonder argument is het beoogde onderbrekingspunt het laatst ingestelde. - -De opdrachten zelf volgen vanaf de volgende regel. - -Typ een regel die "end" bevat om het einde van de opdrachten aan te geven. - -Voer "silent" in als eerste regel om het onderbrekingspunt stil te maken; dit - -betekent dat er behalve dat wat de opdrachten weergeven, geen uitvoer wordt - -weergegeven. - -Voorbeeld: - - (fdb) commands - - Typ opdrachten die moeten worden uitgevoerd bij het bereiken van - - onderbrekingspunt 1, één per regel. - - Eindig met een regel die alleen "end" bevat. - - >w - - >end - - - -[delete] - - - -Een of meer onderbrekingspunten verwijderen. - -Voorbeelden: - - delete - - Hiermee worden alle onderbrekingspunten verwijderd. - - delete 2 5 - - Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 verwijderd. - -Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt - -zien. - - - -[directory] - - - -De lijst met mappen waarin fdb naar bronbestanden zoekt, wijzigen. - - - -Voorbeelden: - - - - directory - - Hiermee wordt de standaardlijst hersteld, bestaande uit de map waarin het - - bronbestand is gecompileerd naar objectcode, gevolgd door de huidige - - werkmap. - - - - directory C:\MySource (Windows) - - directory /MySource (Mac) - - Hiermee wordt de opgegeven map toegevoegd aan het begin van de lijst met - - mappen waarin naar de bron wordt gezocht. Bij het zoeken naar de bron voor - - de klasse mypackage.MyClass zal het foutopsporingsprogramma bijvoorbeeld - - zoeken naar zowel C:\MySource\mypackage\MyClass.as als - - C:\MySource\MyClass.as. - - - - directory C:\Dir1;C:\Dir2 (Windows -- gebruik ';' als scheidingsteken) - - directory /Dir1:/Dir2 (Mac -- gebruik ':' als scheidingsteken) - - Hiermee worden verschillende mappen toegevoegd aan het begin van de lijst - - met mappen waarin naar de bron wordt gezocht. - - - -Gebruik "show directories" voor een overzicht van de huidige lijst. - - - -[disable] - - - -Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies - -uitschakelen. - -Voorbeelden: - - disable - - disable breakpoints - - Hiermee worden alle onderbrekingspunten uitgeschakeld. - - disable 2 5 - - disable breakpoints 2 5 - - Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 uitgeschakeld. - - disable display - - Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies uitgeschakeld. - - disable display 1 3 - - Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 uitgeschakeld. - -Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt - -zien. - -Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven - -expressies wilt zien. - - - -[disassemble] - - - -(Alleen ActionScript 2; wordt niet ondersteund bij de foutopsporing van - -ActionScript 3) - - - -Disassembleer een opgegeven deel van de broncode. - -De standaardinstelling is de huidige regel in de lijst. - -De ondersteunde argumenten zijn dezelfde als bij de lijstopdracht - -Voorbeelden: - - disassemble 87 - - Hiermee wordt regel 87 in het huidige bestand gedisassembleerd. - - disassemble 87 102 - - Hiermee worden de regels 87 tot 102 in het huidige bestand - - gedisassembleerd. - - disassemble doThis - - Hiermee wordt de functie doThis() in het huidige bestand gedisassembleerd. - -Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op andere manieren - -regels opgeven: - - myapp.mxml - - Regel 1 in myapp.mxml. - - myapp.mxml:doThat - - De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml. - - myapp.mxml:56 - - Regel 56 in myapp.mxml. - - #3 - - Regel 1 in bestand #3. - - #3:doOther - - De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint. - - #3:29 - - Regel 29 in bestand #3. - - - -[display] - - - -Een expressie toevoegen aan de lijst met automatisch weergegeven expressies. - -Voorbeeld: - - display employee.name - - Voeg 'employee.name' toe aan de lijst met automatisch weergegeven - - expressies. - - Telkens wanneer fdb stopt, wordt de waarde van employee.name weergegeven. - -Het argument voor deze opdracht is hetzelfde als dat voor 'print'. - -Voer "info display" in als u de lijst en de nummers van de automatisch - -weergegeven expressies wilt zien. - - - -[down] - - - -Het stackframe selecteren dat hierdoor wordt aangeroepen en deze afdrukken. - -De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale - -variabelen en argumenten van het geselecteerde frame. - -Zie 'up' en 'frame' - - - -[enable] - - - -Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies - -inschakelen. - -Voorbeelden: - - enable - - enable breakpoints - - Hiermee worden alle onderbrekingspunten ingeschakeld. - - enable 2 5 - - enable breakpoints 2 5 - - Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 ingeschakeld. - - enable display - - Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies ingeschakeld. - - enable display 1 3 - - Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 ingeschakeld. - -Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt - -zien. - -Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven - -expressies wilt zien. - - - -[file] - - - -Een toepassing opgeven waarin u fouten wilt opsporen zonder deze te starten. - -Voorbeelden: - - file http://www.mysite.com/myapp.mxml - - Geef een MXML-toepassing op om fouten in op te sporen. - - file myapp.swf - - Geef een lokaal SWF-bestand in de huidige map op voor foutopsporing. - - In dit geval moet myapp.swd (het bestand dat de foutopsporingsinformatie - - bevat) ook in de huidige map staan. - -Met deze opdracht wordt de toepassing echter niet gestart; daarvoor gebruikt u - -de opdracht 'run' zonder argumenten. - -In plaats van 'file ' en 'run' te gebruiken, kunt u de toepassing waarin - -u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van 'run': - - run http://mysite.com/myapp.mxml - - run myapp.swf - -U kunt de toepassing waarin u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van - -een opdrachtregel bij het starten van fdb: - - fdb http://www.mysite.com/myapp.mxml - - fdb myapp.swf - -In dit geval hoeft u 'file' of 'run' niet te gebruiken. - -Als u 'run' invoert zonder een toepassing op te geven waarin u de fouten wilt - -opsporen, wacht fdb tot een toepassing er verbinding mee maakt. - - - -[finish] - - - -Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert. - -Deze opdracht heeft geen argumenten. - - - -[frame] - - - -Een bepaald stackframe selecteren en afdrukken. - -Deze optie heeft als optioneel argument een framenummer. - -Zonder argument is de standaardactie terugkeren naar het huidige topframe - -(d.w.z. frame 0). - -Voorbeelden: - - frame 4 - - frame - -De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale - -variabelen en argumenten van het geselecteerde frame. - -Zie 'up', 'down' en 'bt' - - - -[handle] - - - -Aangeven hoe fdb een fout in Flash Player moet afhandelen. - -Voorbeelden: - - handle recursion_limit stop - - Als de fout recursion_limit zich voordoet, toont fdb een bericht en stopt - - alsof het om een onderbrekingspunt gaat. - - handle all print nostop - - Als er een willekeurige fout optreedt, toont fdb een bericht zonder te - - stoppen. - -Het eerste argument is een foutnaam of 'all'. - -Overige argumenten zijn handelingen die betrekking hebben op die fout. - -Voer 'info handle' in voor foutnamen. - -Acties zijn print/noprint en stop/nostop. - -'print' betekent een bericht weergeven als er een fout optreedt. - -'stop' betekent teruggaan naar het foutopsporingsprogramma als deze fout - -optreedt. Impliceert 'print'. - - - -[help] - - - -Nieuw bij fdb? Voer 'tutorial' in voor basisinfo. - -Lijst met fdb-opdrachten: - -bt (bt) Een backtrace van alle stackframes weergeven - -break (b) Een onderbrekingspunt instellen op een opgegeven regel of - - bij een functie - -catch (ca) Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt - -cf (cf) De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven - -clear (cl) Een onderbrekingspunt van een opgegeven regel of functie - - wissen - -condition (cond) Een voorwaardelijke expressie toevoegen aan of verwijderen - - van een onderbrekingspunt - -continue (c) Uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het - - onderbrekingspunt - -commands (com) Hiermee worden opdrachten ingesteld die worden uitgevoerd - - wanneer het onderbrekingspunt bereikt wordt - -delete (d) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven - - expressies verwijderen - -directory (dir) Een map toevoegen aan het zoekpad voor bronbestanden - -disable (disab) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven - - expressies uitschakelen - -disassemble (disas) Bronregels of functies disassembleren - -display (disp) Een automatisch weergegeven expressie toevoegen - -enable (e) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven - - expressies inschakelen - -file (fil) De toepassing opgeven waarin fouten moeten worden - - opgespoord. - -finish (f) Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert - -handle (han) Opgeven hoe een fout moet worden verwerkt - -help (h) Help weergeven voor fdb-opdrachten - -home (ho) De locatie van de lijst instellen op het punt waar de - - uitvoering is gestopt - -info (i) Informatie weergeven over het programma waarin fouten - - worden opgespoord - -kill (k) Uitvoering stoppen van het programma waarin fouten worden - - opgespoord - -list (l) De opgegeven functie of regel weergeven - -next (n) Stapsgewijs programma - -print (p) De waarde van variabele EXP weergeven - -pwd (pw) De werkmap weergeven - -quit (q) Fdb afsluiten - -run (r) Het programma starten waarin de fouten zijn opgespoord - -set (se) De waarde van een variabele instellen - -source (so) Fdb-opdrachten lezen vanuit een bestand - -step (s) Stap voor stap het programma doorlopen totdat er een andere - - bronregel bereikt wordt - -tutorial (t) Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven - -undisplay (u) Een automatisch weergegeven expressie verwijderen - -viewswf (v) Een filter instellen voor de bestandsweergave op basis van - - swf of deze verwijderen - -watch (wa) Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele - -what (wh) De context van een variabele weergeven - -where (w) Gelijk aan bt - -Typ 'help' gevolgd door de naam van de opdracht voor de volledige documentatie. - - - -[home] - - - -De locatie van de lijst instellen op het punt waar de uitvoering is gestopt. - - - -[info] - - - -Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over het programma waarin - -fouten worden opgespoord. - -Lijst met subopdrachten voor informatie: - -info arguments (i a) Argumentvariabelen van het huidige stackframe - -info breakpoints (i b) Status van onderbrekingspunten die door gebruiker - - kunnen worden ingesteld - -info display (i d) Een lijst met automatisch weergegeven expressies tonen - -info files (i f) Namen van doelen en bestanden waarin fouten worden - - opgespoord - -info functions (i fu) Alle functienamen - -info handle (i h) Hoe verwerkt u een fout - -info locals (i l) Lokale variabelen van het huidige stackframe - -info scopechain (i sc) Bereikketen van het huidige stackframe - -info sources (i so) Bronbestanden in het programma - -info stack (i s) Backtrace van de stack - -info swfs (i sw) Lijst met swf's in deze sessie - -info targets(i t) Toepassing waarin fouten worden opgespoord - -info variables (i v) Alle globale en statische namen van variabelen - -Typ 'help info' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige - -documentatie. - - - -[info arguments] - - - -Argumenten van het huidige stackframe weergeven. - - - -[info breakpoints] - - - -De status van alle onderbrekingspunten en controlepunten weergeven. - -De kolom Type geeft één van de volgende punten aan: - - breakpoint - normaal onderbrekingspunt - - watchpoint - controlepunt - -De kolom Disp bevat een van de waarden 'keep', 'del' of 'dis' om de verwerking - -van het onderbrekingspunt aan te geven nadat dit is bereikt. 'dis' betekent dat - -het onderbrekingspunt wordt uitgeschakeld en 'del' betekent dat het wordt - -gewist. - -De kolommen 'Address' en 'What' geven respectievelijk het adres en het - -bestand/regelnummer aan. - - - -[info display] - - - -Een lijst met automatisch weergegeven expressies en hun nummers tonen. - - - -[info files] - - - -Namen en nummers van de bestanden weergeven voor de toepassing waarin fouten - -worden opgespoord, waaronder bronbestanden, framework-bestanden en automatisch - -gegenereerde bestanden. - -Voorbeelden: - - info files - - Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven, gerangschikt op categorie - - info files my - - info files my* - - Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden - - waarvan de namen met "my" beginnen. - - info files *.as - - Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden - - waarvan de namen op ".as" eindigen. - - info files *foo* - - Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden - - waarvan de naam "foo" bevat. - -Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het - -bestandsnummer is. - -In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken. - - - -[info functions] - - - -Functienamen weergeven - -Voorbeelden: - - info functions . - - Hiermee worden alle functies in het huidige bestand weergegeven. - - info functions myapp.mxml - - Hiermee worden alle functies in myapp.mxml weergegeven. - - info functions #3 - - Hiermee worden alle functies in bestand #3 weergegeven. - - info functions - - Hiermee worden alle functies in alle bestanden weergegeven. - -Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en - -nummers. - -Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn. - - - -[info handle] - - - -Aangeven wat fdb doet als er een fout in Flash Player optreedt. - -Voorbeelden: - - info handle - - Hiermee wordt aangegeven hoe fdb alle fouten afhandelt. - - info handle recursion_limit - - Hiermee wordt aangegeven hoe fdb de fout recursion_limit afhandelt. - - - -[info locals] - - - -Lokale variabelen van het huidige stackframe weergeven. - - - -[info scopechain] - - - -De bereikketen van het huidige stackframe weergeven. De bereikketen is de - -lijst met objecten die wordt doorzocht als Flash Player een symboolnaam - -probeert op te halen. - - - -[info sources] - - - -Namen en nummers van de bronbestanden weergeven voor de toepassing waarin - -fouten worden opgespoord. Framework-bestanden en automatisch gegenereerde - -bestanden worden uitgesloten. - -Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het - -bestandsnummer is. - -In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken. - - - -[info stack] - - - -Backtrace van de stack. - - - -[info swfs] - - - -Swf's weergeven die in de opsporingssessie bekend zijn. Zie de opdracht - -'viewswf' voor details over hoe het bestandsoverzicht kan worden gefilterd aan - -de hand van de swf-naam. - - - -[info targets] - - - -De URL (http: of file:) weergeven van de toepassing waarin fouten worden - -opgespoord. - - - -[info variables] - - - -De namen en waarden van alle globale en statische variabelen weergeven. - - - -[info ?] - - - -Opdracht niet-gedefinieerde info. Probeer 'help info'. - - - -[kill] - - - -Het uitvoeren van het programma waarin fouten worden opgespoord, beëindigen. - -Deze opdracht heeft geen argumenten. - - - -[list] - - - -Coderegels vermelden in een bronbestand. - -Voorbeelden: - - list - - Hiermee worden tien extra regels weergegeven in het huidige bestand achter - - of rond de vorige lijst. - - list - - - Hiermee worden de tien regels weergegeven in het huidige bestand voor een - - eerdere lijst. - - list 87 - - Hiermee worden tien regels weergegeven in het huidige bestand rond regel 87. - - list 87 102 - - Hiermee worden de regels 87 tot 102 weergegeven in het huidige bestand. - -Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op zeven andere - -manieren regels opgeven: - - doThis - - De eerste regel van de functie doThis() in het huidige bestand. - - myapp.mxml - - Regel 1 in myapp.mxml. - - myapp.mxml:doThat - - De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml. - - myapp.mxml:56 - - Regel 56 in myapp.mxml. - - #3 - - Regel 1 in bestand #3. - - #3:doOther - - De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint. - - #3:29 - - Regel 29 in bestand #3. - -Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en - -nummers. - -Voer "info functions" in voor functienamen. - -Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig - -zijn. - -Wanneer u een bestand in de lijst vermeldt, wordt dat bestand het huidige - -bestand. (Zie de opdracht 'cf'.) - - - -[next] - - - -Stap voor stap door het programma gaan om de aanroepen van subroutines te - -doorlopen. - - next - - Ga één stap verder. - - next 3 - - Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt. - -Net als bij de opdracht 'step' gaat u door totdat er geen subroutines meer - -worden aangeroepen. Als dat toch gebeurt, wordt de aanroep als één instructie - -verwerkt. - - - -[print] - - - -De waarde van variabelen of expressies weergeven. - -Voorbeelden: - - print i - - Hiermee wordt de waarde van 'i' weergegeven. - - print employee.name - - Hiermee wordt de waarde van 'employee.name' weergegeven. - - print employee - - Hiermee wordt de waarde van het Object 'employee' weergegeven. - - Dit geeft mogelijk iets weer als [Object 10378]. - - print employee. - - Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee' - - weergegeven. - - print *employee - - Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee' - - weergegeven. - - Voorvoegsel * operator is het alternatief voor achtervoegsel . operator. - - print #10378. - - Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van Object #10378 - - weergegeven. - -De toegankelijke variabelen zijn die in de lexicale omgeving van het - -geselecteerde stackframe en die waarvan het bereik globaal of een volledig - -bestand is. - - - -[pwd] - - - -De huidige werkmap weergeven. - -Dit is de map vanwaaruit fdb is gestart; het is niet mogelijk om deze binnen - -fdb te wijzigen. Het argument voor 'run' en 'source' kan worden opgegeven voor - -deze map. - -Deze opdracht heeft geen argumenten. - - - -[quit] - - - -Fdb afsluiten. - -Deze opdracht heeft geen argumenten. - - - -[run] - - - -Een foutopsporingssessie starten. - -Voorbeelden: - - run http://www.mysite.com/myapp.mxml - - Hiermee wordt de opgegeven MXML-toepassing uitgevoerd. - - run myapp.swf - - run mydir\myapp.swf - - run c:\mydir\myapp.swf - - Hiermee wordt het lokale SWF-bestand myapp.swf dat kan worden opgegeven, - - uitgevoerd hetzij met betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd') - - of door een absoluut pad te gebruiken. In deze gevallen moet myapp.swd (het - - bestand dat de opsporingsinformatie bevat) ook in dezelfde map staan als - - myapp.swf. - - run - - Voer de toepassing uit die eerder is opgegeven met de opdracht 'file'. - - Als er geen toepassing is opgegeven, wacht fdb totdat er een toepassing - - verbinding mee maakt en treedt er een time-out op als dit niet gebeurt. - -'run' start de toepassing in een browser of zelfstandige Flash Player. - -Zodra de toepassing start, maakt deze contact met fdb zodat u bijvoorbeeld - -onderbrekingspunten in kunt stellen. - - - -Op de Macintosh is de enige ondersteunde vorm van de opdracht, 'run' zonder - -argumenten. Daarna moet u Flash Player handmatig starten. - - - -[set] - - - -De waarde van een variabele of een convenience-variabele instellen. - -Convenience-variabelen zijn variabelen die geheel binnen fdb bestaan; ze maken - -geen deel uit van uw programma. - -Convenience-variabelen worden voorafgegaan door '$' en kunnen allerlei namen - -hebben, zolang deze niet strijdig zijn met de bestaande variabele. - -Bijvoorbeeld $myVar. Convenience-variabelen worden ook gebruikt om de - -verschillende aspecten van fdb te bepalen. - - - -fdb gebruikt de volgende convenience-variabelen. - -$listsize - aantal bronregels die 'list' toont - -$columnwrap - kolomnummer op basis waarvan uitvoer omloopt - -$infostackshowthis - indien 0, wordt 'this' niet getoond in de stackbacktrace - -$invokegetters - indien 0, wordt voorkomen dat fdb getter-functies activeert - -$bpnum - het nummer van het laatst gedefinieerde onderbrekingspunt - -$displayattributes - indien 1, toont 'print var.' alle attributen van leden van - - 'var' (zoals private, static) - - - -Voorbeelden: - - set i = 3 - - Hiermee wordt de variabele 'i' ingesteld op het getal 3. - - set employee.name = "Susan" - - Hiermee wordt de variabele 'employee.name' ingesteld op de tekenreeks - - "Susan". - - set $myVar = 20 - - Hiermee de convenience-variabele '$myVar' ingesteld op het getal 20 - - - -[show] - - - -Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over de staat van fdb. - -Lijst met subopdrachten voor weergave: - -show break (sh b) Locatie en reden voor tijdelijk onderbroken uitvoering - -show directories (sh d) Mappen die op bronbestanden moeten worden doorzocht - -show files (sh f) Doelbestanden en -paden - -show functions (sh fu) Informatie over toewijzen van functieregels - -show locations (sh l) Locaties van onderbrekingspunten - -show memory (sh m) Huidig geheugengebruik - -show net (sh n) Berichtstatistieken van Player - -show properties (sh p) Waarden van eigenschappen - -show uri (sh u) URI van Player voor deze sessie - -show variable (sh v) Ophalen van onbewerkte variabelen - -Typ 'help show' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige - -documentatie. - - - -[show break] - - - -De offset in de swf weergeven waarvoor het programma is gestopt - - - -[show directories] - - - -Het huidige zoekpad weergeven voor het zoeken naar bronbestanden. - - - -[show files] - - - -Het pad en de bestandsnaam voor alle doelbestanden weergeven. - - - -[show functions] - - - -Informatie weergegeven over de toewijzing functie-naar-regelnummer. - -Voorbeelden: - - show functions . - - Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in het - - huidige bestand. - - show functions myapp.mxml - - Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in - - myapp.mxml. - - show functions #3 - - Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in - - bestand #3. - - show functions - - Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in alle - - bestanden. - -Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en - -nummers. - -Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn. - - - -[show locations] - - - -De lijst met locaties weergeven die zijn ingesteld voor elk onderbrekingspunt. - - - -[show memory] - - - -Java VM-geheugenstatistieken weergeven. - - - -[show net] - - - -Informatie weergeven over berichten die zijn verzonden naar en ontvangen van - -Flash Player. - - - -[show properties] - - - -Een lijst met convenience-variabelen weergeven die binnen het - -foutopsporingsprogramma worden gebruikt. - - - -[show uri] - - - -De URI weergeven die de Player voor deze sessie heeft verzonden. - - - -[show variable] - - - -De waarde van een lid van een variabele weergeven. Twee parameters zijn - -verplicht. De eerste is de numerieke id van de variabele, de tweede de naam van - -de eigenschap op de variabele. De convenience-variabele $invokegetters wordt - -gebruikt om te bepalen of de eigenschappen-getter, aangenomen dat deze bestaat, - -wordt gestart of niet. - -Voorbeeld: - - show variable 1 __proto__ - - - -[show ?] - - - -Niet-gedefinieerde opdracht. Probeer 'help show'. - - - -[source] - - - -Fdb-opdrachten uit een bestand lezen en uitvoeren. - - source mycommands.txt - - source mydir\mycommands.txt - - source c:\mydir\mycommands.txt - - Hiermee wordt mycommands.txt gelezen en worden de fdb-opdrachten uitgevoerd - - die hierin staan. - - Het bestand dat de opdrachten bevat, kan worden opgegeven met - - betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd') - - of door een absoluut pad te gebruiken. - -Het bestand .fdbinit wordt automatisch op deze manier gelezen als fdb start. - -Alleen in de huidige map wordt naar .fdbinit gezocht. Dat houdt in dat u voor - -verschillende projecten ook verschillende .fdbinit-bestanden kunt maken. - - - -[step] - - - -De stappen van het programma volgen totdat er een andere bronregel wordt - -bereikt. - -Voorbeelden: - - step - - Ga één stap verder. - - step 3 - - Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt. - - - -[tutorial] - - - -Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven. - -Deze opdracht heeft geen argumenten. - - - -[Tutorial] - - - -Een gebruikelijke fdb-sessie: - -Start een toepassing met 'run'. - -Bekijk bestandsnamen met 'info sources'. - -Toon een lijst van een bestand met 'list'. - -Stel onderbrekingspunten in met 'break'. - -Voer het programma uit met 'continue' totdat een onderbrekingspunt is bereikt. - -Onderzoek de staat van het programma met 'where', 'print', 'info locals'. - -Voer individuele instructies uit met 'next', 'step' en 'finish'. - -Hervat de uitvoering met 'continue'. - -Verlaat fdb met 'quit'. - - - -[undisplay] - - - -Een of meer automatisch weergegeven expressies verwijderen. - -Voorbeelden: - - undisplay - - Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies verwijderd. - - undisplay 2 7 - - Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #2 en #3 verwijderd. - -Gebruik "info display" als u de lijst en de nummers van de automatisch - -weergegeven expressies wilt zien. - - - -[up] - - - -Het stackframe dat deze heeft aangeroepen selecteren en weergeven. - -Volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen - -de lokale variabelen en argumenten van het geselecteerde frame. - -Zie 'down' en 'frame' - - - -[viewswf] - - - -Het filter instellen voor de bestandslijst (zoals 'info files' en 'info - -sources') op basis van de swf-naam of deze verwijderen. - -Zonder parameters worden alle bestanden getoond. Als hetzelfde bestand in een - -of meer swf-bestanden voorkomt, toont de lijst alleen het eerste exemplaar van - -het bestand. Als u andere exemplaren van het bestand wilt openen, moet u het - -nummer van het bestand gebruiken (bijvoorbeeld 'list #192') of deze opdracht - -met een parameter gebruiken (zie hieronder) om bestanden van een specifieke swf - -te tonen. Met een enkele parameter, de swf-naam zoals getoond door de opdracht - -'info swfs', verschijnen alleen de bestanden van de opgegeven swf in de lijst. - -Bestanden van andere swf's worden niet getoond. Deze opdracht heeft ook - -gevolgen voor opdrachten die een bestand als parameter accepteren (zoals - -'break'). - -Voorbeeld: - - viewswf myApp.mxml.swf - - Hiermee worden alleen bestanden van myApp.mxml.swf getoond. - - viewswf - - Alle bestanden van alle swf's weergeven. - - - -[watch] - - - -Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele. Het - -foutopsporingsprogramma stopt als de waarde van de variabele verandert. - -Voorbeeld: - - watch foo - - - -[what] - - - -De context weergeven waarin een variabele wordt opgelost. - - - -[where] - - - -Backtrace van de stack. - - - -[zzz] - - - -((( Keep this unused topic at the end of the file ))) - -((( so that the next-to-last one is parsed properly. ))) - + +This file contains the text displayed by the 'help' command in fdb. + +It is divided into "topics". For example, when an fdb user types +'help break', the [break] topic below is displayed. + +The first and last lines of each topic should be blank. +They don't get displayed in fdb; they are here only +to make this file more easily readable. + +Help text should be formatted to not wrap +when displayed on an 80-character-wide console. +The following line is 80 characters wide. + +-------------------------------------------------------------------------------- + +[?] + +Niet-gedefinieerde opdracht. Voer alleen "help" in voor een lijst met alle +fdb-opdrachten. + +[break] + +Een onderbrekingspunt instellen op de opgegeven regel of functie. +Voorbeelden: + break 87 + Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 87 van het huidige + bestand. + break myapp.mxml:56 + Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 56 van myapp.mxml. + break #3:29 + Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op regel 29 van bestand #3. + break doThis + Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThis() in + het huidige bestand. + break myapp.mxml:doThat + Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doThat() in + het bestand myapp.mxml. + break #3:doOther + Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld bij de functie doOther() in + bestand #3. + break + Hiermee wordt een onderbrekingspunt ingesteld op het uitvoeradres in het + stackframe. Dit is handig voor onderbreking bij terugkeer naar een + stackframe. +Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en +nummers. +Voer "info functions" in voor functienamen. +Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig +zijn. +Bij opgave van een regelnummer wordt aan het begin van de code voor die regel +onderbroken. +Bij opgave van een functie wordt aan het begin van de code voor die functie +onderbroken. +Zie "commands" en "condition" voor meer controle over onderbrekingspunten. + +[bt] + +Backtrace van de stack. + +[catch] + +Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt. Dit heeft alleen gevolgen voor +afgevangen uitzonderingen, ofwel uitzonderingen die door een "catch"-blok +worden verwerkt. Niet-afgevangen uitzonderingen stoppen altijd in het +foutopsporingsprogramma. + +Gebruik de opdracht "verwijderen" om een catch-punt te verwijderen. + +Voorbeelden: + catch * + Hiermee wordt gestopt bij elke uitzondering die er optreedt. + catch ReferenceError + Hiermee wordt gestopt wanneer er een ReferenceError optreedt, al dan niet + afgevangen. + +[cf] + +De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven of het huidige bestand +veranderen. +Voorbeelden: + cf + Hiermee wordt de naam en het nummer van het huidige bestand weergegeven. + cf myapp.mxml + Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in myapp.mxml. + cf #29 + Hiermee wordt het huidige bestand veranderd in bestand #29. +Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en +nummers. +Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn. +Wanneer u een bestand met "list" vermeldt, wordt dat bestand eveneens het +huidige bestand. + +[clear] + +Een onderbrekingspunt op een opgegeven regel of bij een functie wissen. +Voorbeelden: + clear 87 + Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 87 uit het huidige bestand + gewist. + clear myapp.mxml:56 + Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 56 van myapp.mxml gewist. + clear #3:29 + Hiermee wordt het onderbrekingspunt op regel 29 van bestand #3 gewist. + clear doThis + Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThis() uit het huidige + bestand gewist. + clear myapp.mxml:doThat + Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doThat() uit het bestand + myapp.mxml gewist. + clear #3:doOther + Hiermee wordt het onderbrekingspunt bij de functie doOther() uit bestand #3 + gewist. + clear + Hiermee wordt het onderbrekingspunt op de huidige regel uit het huidige + bestand gewist. +Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en +nummers. +Voer "info functions" in voor functienamen. +Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig +zijn. +Als het regelnummer is opgegeven, worden alle onderbrekingspunten van die regel +verwijderd. +Als een functie is opgegeven, worden onderbrekingspunten aan het begin van de +functie verwijderd. + +[continue] + +De uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het onderbrekingspunt. +Deze opdracht heeft geen argumenten. + +[condition] + + +Nummer N van onderbrekingspunt opgeven om alleen te onderbreken als COND +waar is. +Deze opdracht kan gebruikt worden als 'condition N COND' waarbij N een geheel +getal is en COND een expressie die telkens wanneer onderbrekingspunt N bereikt +wordt, moet worden geëvalueerd. + +[commands] + +Opdrachten instellen die moeten worden uitgevoerd wanneer een onderbrekingspunt +wordt bereikt. +Geef het nummer van het onderbrekingspunt als argument op na "commands". +Zonder argument is het beoogde onderbrekingspunt het laatst ingestelde. +De opdrachten zelf volgen vanaf de volgende regel. +Typ een regel die "end" bevat om het einde van de opdrachten aan te geven. +Voer "silent" in als eerste regel om het onderbrekingspunt stil te maken; dit +betekent dat er behalve dat wat de opdrachten weergeven, geen uitvoer wordt +weergegeven. +Voorbeeld: + (fdb) commands + Typ opdrachten die moeten worden uitgevoerd bij het bereiken van + onderbrekingspunt 1, één per regel. + Eindig met een regel die alleen "end" bevat. + >w + >end + +[delete] + +Een of meer onderbrekingspunten verwijderen. +Voorbeelden: + delete + Hiermee worden alle onderbrekingspunten verwijderd. + delete 2 5 + Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 verwijderd. +Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt +zien. + +[directory] + +De lijst met mappen waarin fdb naar bronbestanden zoekt, wijzigen. + +Voorbeelden: + + directory + Hiermee wordt de standaardlijst hersteld, bestaande uit de map waarin het + bronbestand is gecompileerd naar objectcode, gevolgd door de huidige + werkmap. + + directory C:\MySource (Windows) + directory /MySource (Mac) + Hiermee wordt de opgegeven map toegevoegd aan het begin van de lijst met + mappen waarin naar de bron wordt gezocht. Bij het zoeken naar de bron voor + de klasse mypackage.MyClass zal het foutopsporingsprogramma bijvoorbeeld + zoeken naar zowel C:\MySource\mypackage\MyClass.as als + C:\MySource\MyClass.as. + + directory C:\Dir1;C:\Dir2 (Windows -- gebruik ';' als scheidingsteken) + directory /Dir1:/Dir2 (Mac -- gebruik ':' als scheidingsteken) + Hiermee worden verschillende mappen toegevoegd aan het begin van de lijst + met mappen waarin naar de bron wordt gezocht. + +Gebruik "show directories" voor een overzicht van de huidige lijst. + +[disable] + +Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies +uitschakelen. +Voorbeelden: + disable + disable breakpoints + Hiermee worden alle onderbrekingspunten uitgeschakeld. + disable 2 5 + disable breakpoints 2 5 + Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 uitgeschakeld. + disable display + Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies uitgeschakeld. + disable display 1 3 + Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 uitgeschakeld. +Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt +zien. +Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven +expressies wilt zien. + +[disassemble] + +(Alleen ActionScript 2; wordt niet ondersteund bij de foutopsporing van +ActionScript 3) + +Disassembleer een opgegeven deel van de broncode. +De standaardinstelling is de huidige regel in de lijst. +De ondersteunde argumenten zijn dezelfde als bij de lijstopdracht +Voorbeelden: + disassemble 87 + Hiermee wordt regel 87 in het huidige bestand gedisassembleerd. + disassemble 87 102 + Hiermee worden de regels 87 tot 102 in het huidige bestand + gedisassembleerd. + disassemble doThis + Hiermee wordt de functie doThis() in het huidige bestand gedisassembleerd. +Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op andere manieren +regels opgeven: + myapp.mxml + Regel 1 in myapp.mxml. + myapp.mxml:doThat + De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml. + myapp.mxml:56 + Regel 56 in myapp.mxml. + #3 + Regel 1 in bestand #3. + #3:doOther + De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint. + #3:29 + Regel 29 in bestand #3. + +[display] + +Een expressie toevoegen aan de lijst met automatisch weergegeven expressies. +Voorbeeld: + display employee.name + Voeg 'employee.name' toe aan de lijst met automatisch weergegeven + expressies. + Telkens wanneer fdb stopt, wordt de waarde van employee.name weergegeven. +Het argument voor deze opdracht is hetzelfde als dat voor 'print'. +Voer "info display" in als u de lijst en de nummers van de automatisch +weergegeven expressies wilt zien. + +[down] + +Het stackframe selecteren dat hierdoor wordt aangeroepen en deze afdrukken. +De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale +variabelen en argumenten van het geselecteerde frame. +Zie 'up' en 'frame' + +[enable] + +Een of meer onderbrekingspunten of automatisch weergegeven expressies +inschakelen. +Voorbeelden: + enable + enable breakpoints + Hiermee worden alle onderbrekingspunten ingeschakeld. + enable 2 5 + enable breakpoints 2 5 + Hiermee worden de onderbrekingspunten #2 en #5 ingeschakeld. + enable display + Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies ingeschakeld. + enable display 1 3 + Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #1 en #3 ingeschakeld. +Voer "info breakpoints" in als u de nummers van de onderbrekingspunten wilt +zien. +Voer "info display" in als u de nummers van de automatisch weergegeven +expressies wilt zien. + +[file] + +Een toepassing opgeven waarin u fouten wilt opsporen zonder deze te starten. +Voorbeelden: + file http://www.mysite.com/myapp.mxml + Geef een MXML-toepassing op om fouten in op te sporen. + file myapp.swf + Geef een lokaal SWF-bestand in de huidige map op voor foutopsporing. + In dit geval moet myapp.swd (het bestand dat de foutopsporingsinformatie + bevat) ook in de huidige map staan. +Met deze opdracht wordt de toepassing echter niet gestart; daarvoor gebruikt u +de opdracht 'run' zonder argumenten. +In plaats van 'file ' en 'run' te gebruiken, kunt u de toepassing waarin +u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van 'run': + run http://mysite.com/myapp.mxml + run myapp.swf +U kunt de toepassing waarin u fouten wilt opsporen ook opgeven als argument van +een opdrachtregel bij het starten van fdb: + fdb http://www.mysite.com/myapp.mxml + fdb myapp.swf +In dit geval hoeft u 'file' of 'run' niet te gebruiken. +Als u 'run' invoert zonder een toepassing op te geven waarin u de fouten wilt +opsporen, wacht fdb tot een toepassing er verbinding mee maakt. + +[finish] + +Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert. +Deze opdracht heeft geen argumenten. + +[frame] + +Een bepaald stackframe selecteren en afdrukken. +Deze optie heeft als optioneel argument een framenummer. +Zonder argument is de standaardactie terugkeren naar het huidige topframe +(d.w.z. frame 0). +Voorbeelden: + frame 4 + frame +De volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen de lokale +variabelen en argumenten van het geselecteerde frame. +Zie 'up', 'down' en 'bt' + +[handle] + +Aangeven hoe fdb een fout in Flash Player moet afhandelen. +Voorbeelden: + handle recursion_limit stop + Als de fout recursion_limit zich voordoet, toont fdb een bericht en stopt + alsof het om een onderbrekingspunt gaat. + handle all print nostop + Als er een willekeurige fout optreedt, toont fdb een bericht zonder te + stoppen. +Het eerste argument is een foutnaam of 'all'. +Overige argumenten zijn handelingen die betrekking hebben op die fout. +Voer 'info handle' in voor foutnamen. +Acties zijn print/noprint en stop/nostop. +'print' betekent een bericht weergeven als er een fout optreedt. +'stop' betekent teruggaan naar het foutopsporingsprogramma als deze fout +optreedt. Impliceert 'print'. + +[help] + +Nieuw bij fdb? Voer 'tutorial' in voor basisinfo. +Lijst met fdb-opdrachten: +bt (bt) Een backtrace van alle stackframes weergeven +break (b) Een onderbrekingspunt instellen op een opgegeven regel of + bij een functie +catch (ca) Stoppen wanneer er een uitzondering optreedt +cf (cf) De naam en het nummer van het huidige bestand weergeven +clear (cl) Een onderbrekingspunt van een opgegeven regel of functie + wissen +condition (cond) Een voorwaardelijke expressie toevoegen aan of verwijderen + van een onderbrekingspunt +continue (c) Uitvoering voortzetten nadat gestopt is bij het + onderbrekingspunt +commands (com) Hiermee worden opdrachten ingesteld die worden uitgevoerd + wanneer het onderbrekingspunt bereikt wordt +delete (d) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven + expressies verwijderen +directory (dir) Een map toevoegen aan het zoekpad voor bronbestanden +disable (disab) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven + expressies uitschakelen +disassemble (disas) Bronregels of functies disassembleren +display (disp) Een automatisch weergegeven expressie toevoegen +enable (e) Alle onderbrekingspunten of automatisch weergegeven + expressies inschakelen +file (fil) De toepassing opgeven waarin fouten moeten worden + opgespoord. +finish (f) Uitvoering voortzetten totdat de huidige functie terugkeert +handle (han) Opgeven hoe een fout moet worden verwerkt +help (h) Help weergeven voor fdb-opdrachten +home (ho) De locatie van de lijst instellen op het punt waar de + uitvoering is gestopt +info (i) Informatie weergeven over het programma waarin fouten + worden opgespoord +kill (k) Uitvoering stoppen van het programma waarin fouten worden + opgespoord +list (l) De opgegeven functie of regel weergeven +next (n) Stapsgewijs programma +print (p) De waarde van variabele EXP weergeven +pwd (pw) De werkmap weergeven +quit (q) Fdb afsluiten +run (r) Het programma starten waarin de fouten zijn opgespoord +set (se) De waarde van een variabele instellen +source (so) Fdb-opdrachten lezen vanuit een bestand +step (s) Stap voor stap het programma doorlopen totdat er een andere + bronregel bereikt wordt +tutorial (t) Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven +undisplay (u) Een automatisch weergegeven expressie verwijderen +viewswf (v) Een filter instellen voor de bestandsweergave op basis van + swf of deze verwijderen +watch (wa) Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele +what (wh) De context van een variabele weergeven +where (w) Gelijk aan bt +Typ 'help' gevolgd door de naam van de opdracht voor de volledige documentatie. + +[home] + +De locatie van de lijst instellen op het punt waar de uitvoering is gestopt. + +[info] + +Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over het programma waarin +fouten worden opgespoord. +Lijst met subopdrachten voor informatie: +info arguments (i a) Argumentvariabelen van het huidige stackframe +info breakpoints (i b) Status van onderbrekingspunten die door gebruiker + kunnen worden ingesteld +info display (i d) Een lijst met automatisch weergegeven expressies tonen +info files (i f) Namen van doelen en bestanden waarin fouten worden + opgespoord +info functions (i fu) Alle functienamen +info handle (i h) Hoe verwerkt u een fout +info locals (i l) Lokale variabelen van het huidige stackframe +info scopechain (i sc) Bereikketen van het huidige stackframe +info sources (i so) Bronbestanden in het programma +info stack (i s) Backtrace van de stack +info swfs (i sw) Lijst met swf's in deze sessie +info targets(i t) Toepassing waarin fouten worden opgespoord +info variables (i v) Alle globale en statische namen van variabelen +Typ 'help info' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige +documentatie. + +[info arguments] + +Argumenten van het huidige stackframe weergeven. + +[info breakpoints] + +De status van alle onderbrekingspunten en controlepunten weergeven. +De kolom Type geeft één van de volgende punten aan: + breakpoint - normaal onderbrekingspunt + watchpoint - controlepunt +De kolom Disp bevat een van de waarden 'keep', 'del' of 'dis' om de verwerking +van het onderbrekingspunt aan te geven nadat dit is bereikt. 'dis' betekent dat +het onderbrekingspunt wordt uitgeschakeld en 'del' betekent dat het wordt +gewist. +De kolommen 'Address' en 'What' geven respectievelijk het adres en het +bestand/regelnummer aan. + +[info display] + +Een lijst met automatisch weergegeven expressies en hun nummers tonen. + +[info files] + +Namen en nummers van de bestanden weergeven voor de toepassing waarin fouten +worden opgespoord, waaronder bronbestanden, framework-bestanden en automatisch +gegenereerde bestanden. +Voorbeelden: + info files + Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven, gerangschikt op categorie + info files my + info files my* + Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden + waarvan de namen met "my" beginnen. + info files *.as + Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden + waarvan de namen op ".as" eindigen. + info files *foo* + Hiermee wordt een alfabetisch overzicht weergegeven van alle bestanden + waarvan de naam "foo" bevat. +Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het +bestandsnummer is. +In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken. + +[info functions] + +Functienamen weergeven +Voorbeelden: + info functions . + Hiermee worden alle functies in het huidige bestand weergegeven. + info functions myapp.mxml + Hiermee worden alle functies in myapp.mxml weergegeven. + info functions #3 + Hiermee worden alle functies in bestand #3 weergegeven. + info functions + Hiermee worden alle functies in alle bestanden weergegeven. +Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en +nummers. +Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn. + +[info handle] + +Aangeven wat fdb doet als er een fout in Flash Player optreedt. +Voorbeelden: + info handle + Hiermee wordt aangegeven hoe fdb alle fouten afhandelt. + info handle recursion_limit + Hiermee wordt aangegeven hoe fdb de fout recursion_limit afhandelt. + +[info locals] + +Lokale variabelen van het huidige stackframe weergeven. + +[info scopechain] + +De bereikketen van het huidige stackframe weergeven. De bereikketen is de +lijst met objecten die wordt doorzocht als Flash Player een symboolnaam +probeert op te halen. + +[info sources] + +Namen en nummers van de bronbestanden weergeven voor de toepassing waarin +fouten worden opgespoord. Framework-bestanden en automatisch gegenereerde +bestanden worden uitgesloten. +Bestanden worden weergegeven in de indeling naam#N, waarbij N het +bestandsnummer is. +In veel opdrachten kunt u #N in plaats van een bestandsnaam gebruiken. + +[info stack] + +Backtrace van de stack. + +[info swfs] + +Swf's weergeven die in de opsporingssessie bekend zijn. Zie de opdracht +'viewswf' voor details over hoe het bestandsoverzicht kan worden gefilterd aan +de hand van de swf-naam. + +[info targets] + +De URL (http: of file:) weergeven van de toepassing waarin fouten worden +opgespoord. + +[info variables] + +De namen en waarden van alle globale en statische variabelen weergeven. + +[info ?] + +Opdracht niet-gedefinieerde info. Probeer 'help info'. + +[kill] + +Het uitvoeren van het programma waarin fouten worden opgespoord, beëindigen. +Deze opdracht heeft geen argumenten. + +[list] + +Coderegels vermelden in een bronbestand. +Voorbeelden: + list + Hiermee worden tien extra regels weergegeven in het huidige bestand achter + of rond de vorige lijst. + list - + Hiermee worden de tien regels weergegeven in het huidige bestand voor een + eerdere lijst. + list 87 + Hiermee worden tien regels weergegeven in het huidige bestand rond regel 87. + list 87 102 + Hiermee worden de regels 87 tot 102 weergegeven in het huidige bestand. +Behalve eenvoudige regelnummers zoals hierboven kunt u ook op zeven andere +manieren regels opgeven: + doThis + De eerste regel van de functie doThis() in het huidige bestand. + myapp.mxml + Regel 1 in myapp.mxml. + myapp.mxml:doThat + De eerste regel van de functie doThat() in myapp.mxml. + myapp.mxml:56 + Regel 56 in myapp.mxml. + #3 + Regel 1 in bestand #3. + #3:doOther + De regel in bestand #3 waar de functie doOther() begint. + #3:29 + Regel 29 in bestand #3. +Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en +nummers. +Voer "info functions" in voor functienamen. +Afgekorte bestandsnamen en functienamen worden geaccepteerd als ze eenduidig +zijn. +Wanneer u een bestand in de lijst vermeldt, wordt dat bestand het huidige +bestand. (Zie de opdracht 'cf'.) + +[next] + +Stap voor stap door het programma gaan om de aanroepen van subroutines te +doorlopen. + next + Ga één stap verder. + next 3 + Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt. +Net als bij de opdracht 'step' gaat u door totdat er geen subroutines meer +worden aangeroepen. Als dat toch gebeurt, wordt de aanroep als één instructie +verwerkt. + +[print] + +De waarde van variabelen of expressies weergeven. +Voorbeelden: + print i + Hiermee wordt de waarde van 'i' weergegeven. + print employee.name + Hiermee wordt de waarde van 'employee.name' weergegeven. + print employee + Hiermee wordt de waarde van het Object 'employee' weergegeven. + Dit geeft mogelijk iets weer als [Object 10378]. + print employee. + Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee' + weergegeven. + print *employee + Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van het Object 'employee' + weergegeven. + Voorvoegsel * operator is het alternatief voor achtervoegsel . operator. + print #10378. + Hiermee worden de waarden van alle eigenschappen van Object #10378 + weergegeven. +De toegankelijke variabelen zijn die in de lexicale omgeving van het +geselecteerde stackframe en die waarvan het bereik globaal of een volledig +bestand is. + +[pwd] + +De huidige werkmap weergeven. +Dit is de map vanwaaruit fdb is gestart; het is niet mogelijk om deze binnen +fdb te wijzigen. Het argument voor 'run' en 'source' kan worden opgegeven voor +deze map. +Deze opdracht heeft geen argumenten. + +[quit] + +Fdb afsluiten. +Deze opdracht heeft geen argumenten. + +[run] + +Een foutopsporingssessie starten. +Voorbeelden: + run http://www.mysite.com/myapp.mxml + Hiermee wordt de opgegeven MXML-toepassing uitgevoerd. + run myapp.swf + run mydir\myapp.swf + run c:\mydir\myapp.swf + Hiermee wordt het lokale SWF-bestand myapp.swf dat kan worden opgegeven, + uitgevoerd hetzij met betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd') + of door een absoluut pad te gebruiken. In deze gevallen moet myapp.swd (het + bestand dat de opsporingsinformatie bevat) ook in dezelfde map staan als + myapp.swf. + run + Voer de toepassing uit die eerder is opgegeven met de opdracht 'file'. + Als er geen toepassing is opgegeven, wacht fdb totdat er een toepassing + verbinding mee maakt en treedt er een time-out op als dit niet gebeurt. +'run' start de toepassing in een browser of zelfstandige Flash Player. +Zodra de toepassing start, maakt deze contact met fdb zodat u bijvoorbeeld +onderbrekingspunten in kunt stellen. + +Op de Macintosh is de enige ondersteunde vorm van de opdracht, 'run' zonder +argumenten. Daarna moet u Flash Player handmatig starten. + +[set] + +De waarde van een variabele of een convenience-variabele instellen. +Convenience-variabelen zijn variabelen die geheel binnen fdb bestaan; ze maken +geen deel uit van uw programma. +Convenience-variabelen worden voorafgegaan door '$' en kunnen allerlei namen +hebben, zolang deze niet strijdig zijn met de bestaande variabele. +Bijvoorbeeld $myVar. Convenience-variabelen worden ook gebruikt om de +verschillende aspecten van fdb te bepalen. + +fdb gebruikt de volgende convenience-variabelen. +$listsize - aantal bronregels die 'list' toont +$columnwrap - kolomnummer op basis waarvan uitvoer omloopt +$infostackshowthis - indien 0, wordt 'this' niet getoond in de stackbacktrace +$invokegetters - indien 0, wordt voorkomen dat fdb getter-functies activeert +$bpnum - het nummer van het laatst gedefinieerde onderbrekingspunt +$displayattributes - indien 1, toont 'print var.' alle attributen van leden van + 'var' (zoals private, static) + +Voorbeelden: + set i = 3 + Hiermee wordt de variabele 'i' ingesteld op het getal 3. + set employee.name = "Susan" + Hiermee wordt de variabele 'employee.name' ingesteld op de tekenreeks + "Susan". + set $myVar = 20 + Hiermee de convenience-variabele '$myVar' ingesteld op het getal 20 + +[show] + +Generieke opdracht voor het weergeven van informatie over de staat van fdb. +Lijst met subopdrachten voor weergave: +show break (sh b) Locatie en reden voor tijdelijk onderbroken uitvoering +show directories (sh d) Mappen die op bronbestanden moeten worden doorzocht +show files (sh f) Doelbestanden en -paden +show functions (sh fu) Informatie over toewijzen van functieregels +show locations (sh l) Locaties van onderbrekingspunten +show memory (sh m) Huidig geheugengebruik +show net (sh n) Berichtstatistieken van Player +show properties (sh p) Waarden van eigenschappen +show uri (sh u) URI van Player voor deze sessie +show variable (sh v) Ophalen van onbewerkte variabelen +Typ 'help show' gevolgd door de naam van de subopdracht voor de volledige +documentatie. + +[show break] + +De offset in de swf weergeven waarvoor het programma is gestopt + +[show directories] + +Het huidige zoekpad weergeven voor het zoeken naar bronbestanden. + +[show files] + +Het pad en de bestandsnaam voor alle doelbestanden weergeven. + +[show functions] + +Informatie weergegeven over de toewijzing functie-naar-regelnummer. +Voorbeelden: + show functions . + Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in het + huidige bestand. + show functions myapp.mxml + Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in + myapp.mxml. + show functions #3 + Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in + bestand #3. + show functions + Hiermee wordt toewijzingsinformatie weergegeven voor alle functies in alle + bestanden. +Voer "info sources" of "info files" in voor een overzicht van bestandsnamen en +nummers. +Afgekorte bestandsnamen worden geaccepteerd als ze eenduidig zijn. + +[show locations] + +De lijst met locaties weergeven die zijn ingesteld voor elk onderbrekingspunt. + +[show memory] + +Java VM-geheugenstatistieken weergeven. + +[show net] + +Informatie weergeven over berichten die zijn verzonden naar en ontvangen van +Flash Player. + +[show properties] + +Een lijst met convenience-variabelen weergeven die binnen het +foutopsporingsprogramma worden gebruikt. + +[show uri] + +De URI weergeven die de Player voor deze sessie heeft verzonden. + +[show variable] + +De waarde van een lid van een variabele weergeven. Twee parameters zijn +verplicht. De eerste is de numerieke id van de variabele, de tweede de naam van +de eigenschap op de variabele. De convenience-variabele $invokegetters wordt +gebruikt om te bepalen of de eigenschappen-getter, aangenomen dat deze bestaat, +wordt gestart of niet. +Voorbeeld: + show variable 1 __proto__ + +[show ?] + +Niet-gedefinieerde opdracht. Probeer 'help show'. + +[source] + +Fdb-opdrachten uit een bestand lezen en uitvoeren. + source mycommands.txt + source mydir\mycommands.txt + source c:\mydir\mycommands.txt + Hiermee wordt mycommands.txt gelezen en worden de fdb-opdrachten uitgevoerd + die hierin staan. + Het bestand dat de opdrachten bevat, kan worden opgegeven met + betrekking tot de huidige map (zie de opdracht 'pwd') + of door een absoluut pad te gebruiken. +Het bestand .fdbinit wordt automatisch op deze manier gelezen als fdb start. +Alleen in de huidige map wordt naar .fdbinit gezocht. Dat houdt in dat u voor +verschillende projecten ook verschillende .fdbinit-bestanden kunt maken. + +[step] + +De stappen van het programma volgen totdat er een andere bronregel wordt +bereikt. +Voorbeelden: + step + Ga één stap verder. + step 3 + Ga drie stappen verder of tot het programma om een andere reden stopt. + +[tutorial] + +Een zelfstudie over het gebruik van fdb weergeven. +Deze opdracht heeft geen argumenten. + +[Tutorial] + +Een gebruikelijke fdb-sessie: +Start een toepassing met 'run'. +Bekijk bestandsnamen met 'info sources'. +Toon een lijst van een bestand met 'list'. +Stel onderbrekingspunten in met 'break'. +Voer het programma uit met 'continue' totdat een onderbrekingspunt is bereikt. +Onderzoek de staat van het programma met 'where', 'print', 'info locals'. +Voer individuele instructies uit met 'next', 'step' en 'finish'. +Hervat de uitvoering met 'continue'. +Verlaat fdb met 'quit'. + +[undisplay] + +Een of meer automatisch weergegeven expressies verwijderen. +Voorbeelden: + undisplay + Hiermee worden alle automatisch weergegeven expressies verwijderd. + undisplay 2 7 + Hiermee worden automatisch weergegeven expressies #2 en #3 verwijderd. +Gebruik "info display" als u de lijst en de nummers van de automatisch +weergegeven expressies wilt zien. + +[up] + +Het stackframe dat deze heeft aangeroepen selecteren en weergeven. +Volgende opdrachten 'info arguments' en 'info locals' tonen +de lokale variabelen en argumenten van het geselecteerde frame. +Zie 'down' en 'frame' + +[viewswf] + +Het filter instellen voor de bestandslijst (zoals 'info files' en 'info +sources') op basis van de swf-naam of deze verwijderen. +Zonder parameters worden alle bestanden getoond. Als hetzelfde bestand in een +of meer swf-bestanden voorkomt, toont de lijst alleen het eerste exemplaar van +het bestand. Als u andere exemplaren van het bestand wilt openen, moet u het +nummer van het bestand gebruiken (bijvoorbeeld 'list #192') of deze opdracht +met een parameter gebruiken (zie hieronder) om bestanden van een specifieke swf +te tonen. Met een enkele parameter, de swf-naam zoals getoond door de opdracht +'info swfs', verschijnen alleen de bestanden van de opgegeven swf in de lijst. +Bestanden van andere swf's worden niet getoond. Deze opdracht heeft ook +gevolgen voor opdrachten die een bestand als parameter accepteren (zoals +'break'). +Voorbeeld: + viewswf myApp.mxml.swf + Hiermee worden alleen bestanden van myApp.mxml.swf getoond. + viewswf + Alle bestanden van alle swf's weergeven. + +[watch] + +Een controlepunt toevoegen aan een gegeven variabele. Het +foutopsporingsprogramma stopt als de waarde van de variabele verandert. +Voorbeeld: + watch foo + +[what] + +De context weergeven waarin een variabele wordt opgelost. + +[where] + +Backtrace van de stack. + +[zzz] + +((( Keep this unused topic at the end of the file ))) +((( so that the next-to-last one is parsed properly. )))